Selecteer een pagina

Welkom bij het Bijbels dagboek

In dit Bijbels dagboek vind je de dagelijkse overdenking van vandaag. Wil je het artikel van gisteren lezen, klik dan op de pijl rechts van de tekst.

Wil je alle artikelen van het Bijbels dagboek lezen, klik dan op: Bijbels Dagboek archief.

18 februari

Na de opstanding van de Heer Jezus uit de doden, vlak voor het ogenblik dat Hij ten hemel voer, vroegen Zijn discipelen Hem wanneer het koninkrijk van Israël zou worden opgericht.
Zij konden toen niet weten dat de komst van het koninkrijk nog niet aan de orde was. Israël had zijn Messias verworpen en ook na de uitstorting van de Heilige Geest op het Pinksterfeest heeft het volk de Heer Jezus niet aanvaard als de Messias.
De Heer antwoordde Zijn discipelen: “Het komt u niet toe, te we-ten de tijden of gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft” (Handelingen 1:6-7).
Op Gods tijd zullen eenmaal al die heerlijke beloften aan Israël gedaan in vervulling gaan.
De ontrouw van Israël kan nooit Gods trouw teniet doen. Alles wat Hij in Zijn Woord heeft vastgelegd, zal werkelijkheid wor-den.

Eens zal Christus de Messias zitten op de troon Davids en Ko-ning zijn over Zijn volk Israël en door dat volk de wereld regeren (Hosea 3 en Lukas 1:32-33).

Na de verwerping van Christus als hun Messias heeft God Israël “op een zijspoor gezet”. We leven nu in een tussenperiode.
In deze tijd, de tijd der genade, biedt God elk mens, zowel jood als niet-jood, de verlossing in Christus Jezus aan. God spreekt nu uitsluitend in en door Zijn Zoon, de Heiland der wereld.
Op de door God bepaalde tijd, als de volheid der heidenen is in-gegaan, zoals Gods Woord dat uitdrukt, zal Hij het contact met Israël als natie weer opnemen.
Dan, gelouterd door lijden en verdrukking, zal het volk zich be-keren en Jezus als hun Messias erkennen.
Dan gaat in vervulling wat de profeet Zacharía in hoofdstuk 12:10 profeteerde. Dan zullen zij Hem, hun Messias zien, die zij eens naar het kruis hebben verwezen.

Lezen: Romeinen 11:25-29

17 februari

In Christus Jezus hebben wij de vergeving van onze zonden, zegt Gods Woord (Kolossensen 1:13-14).
Deze heerlijke waarheid geldt alleen ons die in Christus geloven als persoonlijke Verlosser en Zaligmaker.
Die vergeving is absoluut en volkomen, zij is naar de rijkdom van Gods genade (Efeze 1:7).

Het grote verlossingswerk van onze Heiland is zo veel omvattend, ja allesomvattend.
Hij heeft volkomen aan de gerechtigheid van de Heilige God voldaan. In God ook zijn wij nu ten volle gerechtvaardigd, omdat de gerechtigheid van Christus ons wordt toegerekend.
Wij zijn in Christus gerechtvaardigd van de zonden, wij hebben in Hem de verlossing door Zijn bloed, de vergeving van zonden.
Daar kan nooit meer aan worden getornd. Dit alles rust op strikt rechtvaardige grond, zó dat zelfs satan er niets tegenin kan brengen. Het is eeuwig en onvoorwaardelijk.

Wij behoeven niet meer te bidden: “Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren”, zoals de Heer vóór het kruis aan Israël leerde.
Het werk van Christus, is een eeuwig werk en derhalve is onze verlossing door Zijn bloed, de vergeving van onze zonden, ook voor eeuwig.

Als een kind van God zondigt, behoort hij deze zonde te belijden voor zijn hemelse Vader. Christus betaalde elke schuld, elke zonde met Zijn kostbaar bloed op het kruis van Golgotha.
God, Die getrouw en rechtvaardig is, heeft deze betaling voor de volle 100% geaccepteerd.
Hij schonk ons op deze rechtvaardige basis vergeving en zal ons altijd blijven vergeven als wij weer eens verkeerd hebben gedaan.

Lezen: 1 Johannes 1:8-9

16 februari

Christus Jezus is het Hoofd van de gehele schepping en het Mid-delpunt van het ganse heelal.
“Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; En Hij is voor alle dingen, en alle dingen bestaan te zamen door Hem” (Kolos-sensen 1:16-17).
ALLE knie zal zich eenmaal voor Hem buigen.
Hij is ook het hoofd van het Lichaam, de Gemeente.

Wie vindt er woorden om de grootheid en verhevenheid van Christus en Zijn Gemeente uit te drukken? Het is een wonderlij-ke, onverbrekelijke, geestelijke eenheid.

Satan, Gods grote tegenstander, doet al bijna 2000 jaar zijn best de Gemeente van Christus te kleineren en, als het kon, te vernie-tigen. Het is hem wonderwel gelukt om de gelovigen zover te krijgen dat zij zich niet uitsluitend bezig houden met Christus hun Heer, met Wie zij door geloof zo innig verbonden zijn.
Hem te kennen, in en door Hem te leven, is het enige wat voor God waarde heeft.
De meeste kinderen Gods zijn bezig met allerlei christelijk werk en het organiseren van hun kerk, kring of groep en hun eredien-sten, dogma’s en plechtigheden.
Het streelt hun godsdienstig gevoel en geeft hen bevrediging.
Echter, buiten Christus en Zijn Gemeente is er niets wat ook maar enige eeuwigheidswaarde heeft.
God wijst ons in Zijn kostbaar Woord voortdurend en uitsluitend op Zijn Zoon, Christus Jezus, het BEGIN en het EINDE.
God ziet alleen zij die door geloof met Christus zijn verbonden. Alleen zij vormen met elkaar die geestelijke eenheid: “De Ge-meente”.
Het geloofsleven behoort uitsluitend gericht te zijn op de Persoon Christus Jezus.

Lezen: Efeze 1:17-23

15 februari

Wij die in Jezus Christus, Gods Zoon, geloven, zijn door Gods Geest opnieuw geboren en zo kinderen van God geworden.
Wij allen tezamen vormen de Gemeente van Christus Jezus. Deze Gemeente wordt in Gods Woord het Lichaam van Christus genoemd.
“Want ook wij allen zijn door één Geest tot één Lichaam gedoopt” (1 Korinthe 12:12-13).
Deze doop des Geestes vond destijds plaats op het Pinksterfeest te Jeruzalem.
Toen is de Gemeente van Christus geboren en sindsdien woont Gods Geest in Zijn Gemeente.

In Johannes 17:22-23 bidt de Heer Jezus “opdat zij één zijn”.
Deze wonderlijke eenheid is een resultaat van het heerlijke verlossingswerk van onze Heer.
Hij heeft zich volkomen één gemaakt met ons en in Christus Jezus zijn wij, die in Hem geloven, nu volkomen één met Hem en met elkaar.
Het is een wonderbare, onverbrekelijke eenheid.

Dit heeft niets te maken met kerken, kringen of oecumene. God kent geen lidmaten van groepen of kerken.
Hij kent alleen wie de Zijnen zijn, wie in Christus Jezus zijn.
Het is het hechte fundament Gods met dit merk: “De Heer kent de Zijnen”, zegt Gods Geest in 2 Timotheüs 2:19.
De christelijke theologen hebben de gelovigen van elkaar gescheiden door ze onder te brengen in kerken, kringen enz.
God ziet uitsluitend die wonderbare heerlijke eenheid van het Lichaam van Christus, welke gevormd wordt door nieuw geboren mensen, Zijn kinderen. Door hen, die behouden zijn geworden door Zijn Zoon Jezus Christus.
Deze eenheid is een geestelijke eenheid en kan nooit door mensen aangetast worden.

Lezen: Kolossensen 1:17-20

14 februari

Toen de Heer Jezus het grote werk der verlossing volbracht had en opgevaren was naar de hemel, heeft God Zijn Heilige Geest uitgestort op de gelovigen die op het Pinksterfeest te Jeruzalem samen waren gekomen om te bidden.
De Heer Jezus had dit reeds vóór Zijn lijden aan de zijnen beloofd.
Hij noemde de Heilige Geest: “De Trooster, de Geest der Waarheid” en zei, dat de wereld deze Geest niet kon ontvangen (Johannes 14:15-17).

De Heilige Geest is een gave van God aan Zijn kinderen.
Door deze Geest hebben wij leren verstaan, dat in ons geen goed woont, dat wij geboren zondaars zijn.
Gods Geest heeft ons er van overtuigd, dat wij Christus nodig hadden als onze Zaligmaker en Middelaar.
Door de werking van de Heilige Geest hebben wij de Heer Jezus in geloof aanvaard als onze Heiland en Heer.
Wij zijn nu in Christus voor eeuwig geborgen en in Hem volkomen gerechtvaardigd voor God.
Gods Geest die in ons woont, wil ons in alle waarheid leiden.
Deze waarheid wordt ons geopenbaard in Gods Woord, de Bijbel.
Dat Woord leert ons onze Heiland kennen in Zijn grootheid en liefde.
Het doet ons verstaan het nieuwe leven, dat Gods Geest in ons werkt, door geloof te leven. Zulk een leven is Gode welbehagelijk.

Lezen: Handelingen 2:1-4

13 februari

De Samaritaanse vrouw vroeg aan de Heer Jezus, waar men nu eigenlijk God moest aanbidden. Te Sichar, zoals de Samaritanen dachten of te Jeruzalem, zoals de Joden dat leerden.
De Heer antwoordde: “God is Geest en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid” (Johannes 4:24).
God woonde in Israël in het Heilige der heiligen, waar de ark des verbonds stond. Hij had Israël een eredienst gegeven met talloze offers en feesten. Al deze offers en feesten zagen uit naar Jezus Christus, die éénmaal Zichzelf zou offeren om de zonde en de dood teniet te doen, waardoor het mogelijk zou worden waarlijk en op volmaakter wijze feest te vieren ter ere Gods.

Na het kruis en de opstanding uit de doden is alles veranderd.
De voorhang die het Heilige der heiligen afsloot, is door God gescheurd van boven naar beneden.
Gods Geest is uitgestort in degenen die Jezus Christus geloofd hebben (Romeinen 5:5). Nu hebben ceremoniën en erediensten geen enkele waarde meer voor God.
Jezus Christus heeft door Zijn geweldig en groots werk der verlossing God volkomen genoegdoening gegeven.
God verlangt niet anders meer dan in de geest aangebeden en verheerlijkt te worden in en door Zijn Zoon Christus Jezus.
Al de ceremoniën die God Israël gaf, zijn terzijde gezet. God vraagt niet Hem te eren met allerlei plechtigheden.
Ons geloof behoort nu gericht te zijn op onze Heiland Jezus Christus.
God gaf ons Zijn Geest in ons hart (1 Korinthe 6:19) en door deze Geest geleid, mogen wij leven door geloof. Leven in en door Christus Jezus. Geloven in de uitspraken Gods, ons gegeven in Zijn Woord.
Alleen zulk een leven, dat geestelijk is, kan Gode welbehagelijk zijn.

Lezen: Johannes 4:19-24

12 februari

De Heer Jezus zei tot Nicodémus: “Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het koninkrijk Gods niet ingaan”.
Water typeert het Woord van God, de Bijbel (Efeze 5:26). Het Woord van God heiligt en reinigt het kind van God (1 Timotheüs 4:5 en Johannes 15:3). Uit Zijn Woord leren we Gods wil verstaan.

Toen wij ons toevertrouwden aan Christus en Hem aanvaardden als onze Heiland en Verlosser, zijn wij geboren uit water en Geest, met andere woorden, wij zijn opnieuw geboren geworden.
Gods Geest heeft ons door het Woord van God er van overtuigd dat wij verloren zondaars waren en niet voor een heilig God konden staan.
Hij heeft ons gewezen op Jezus Christus als Redder, Die op het kruis onze schuld betaalde en door Zijn dood ons verloste van zonde en dood.
Wij zijn nu nieuw geboren kinderen. God ziet ons in Christus gestorven en in Hem opgestaan tot NIEUW leven.

Deze heerlijke feiten kunnen alleen maar geestelijk verstaan worden door geloof.
Het heeft niets te maken met vroom zijn of met een godsdienstig gevoel.
Het is: “Geloven wat Gods Geest ons leert in Gods Woord, dat ons onderwijst en opvoedt en ons Jezus Christus doet kennen, onze dierbare Heiland en Heer”.
Alleen door geloof kan het nieuwe leven in ons openbaar worden.

Lezen: Johannes 3:3-7

Een keer een Bijbelstudie bijwonen? Je bent altijd welkom bij de Petra Gemeente in Bolsward elke zondag om 10:00.

Hebreeen 4:12

Want het woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot verdeling van ziel en geest, zowel van gewrichten als van merg, en oordeelt de gedachten en overleggingen van het hart.