God verloste Israël uit Egypte door het bloed van het paaslam en Zijn wolkkolom leidde hen naar de Rode Zee (Exodus 13:17-18.21). Het volk was ten strijde toegerust, toen ze uit Egypte vertrokken. Bij de Rode Zee werden ze door de Egyptische legermacht ingehaald. Ze vreesden zeer, zegt Exodus 14:10. De Heer sprak daarop tot hen door Mozes en zei: “De HERE zal voor ulieden strijden en gij zult STIL zijn” (Exodus 14:14).
De Heer heeft geheel het wonder van hun verlossing volbracht. Nu konden zij juichen en zingen: “De Here is mijn Kracht en mijn Lied. HIJ is mij tot Heil geweest” ….. “UW rechterhand, o HEERE heeft de vijand verbroken!” (Exodus 15:2,6). In Romeinen 5:8 zegt het Woord: “Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren”. Ook onze verlossing is geheel buiten ons om door God in Christus tot stand gebracht. Reeds bij de wieg der mensheid heeft Hij gezegd tot de boze: “IK zal vijandschap zetten tussen u en deze vrouw” (Genesis 3:15).
Zijn grote plan der verlossing was al gereed vóór de nederwerping der wereld (1 Petrus 1:20). Jezus Christus stierf voor ons toen wij nog zondaars waren, toen elk mens nog zondaar was. Omdat ieder mens in Adam van nature zondaar is, was er ook geen mogelijkheid voor hem ook maar het geringste aan zijn verlossing te bewerken. Het was Gods onnaspeurlijke liefde die Zichzelf gaf in Zijn Zoon. Door het bloed van Christus zijn wij die geloven, gerechtvaardigd en behouden geworden van Gods toorn (Romeinen 5:9).
Wij zijn met Christus gestorven en opgestaan tot nieuw leven en zo ontkomen aan de heerschappij van de zonde (Romeinen 6:7-8). Gods Geest heeft dit met ons gedaan. Ook wij kunnen nu zingen: “HIJ is mij tot Heil geweest”. Door geloof mogen wij ons deze complete verlossing eigen maken. Door geloof het nieuwe leven leven in en door Christus, onze Heer. Het is alles Gods werk, Gods kracht in ons.
Lezen: Exodus 15