In Gods woord wordt de Heer Jezus o.a. genoemd: “De Hoeksteen”.
Zie, zo lezen we in 1 Petrus 2:6-7: “Ziet, Ik leg in Sion een uitersten Hoeksteen, Die uitverkoren en dierbaar is; en: Die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. U dan, die gelooft, is Hij dierbaar; maar den ongehoorzamen wordt gezegd: De Steen, Dien de bouwlieden verworpen hebben, Deze is geworden tot een hoofd des hoeks, en een steen des aanstoots, en een rots der ergernis”.
Een hoeksteen die als regel zeer groot was, was destijds in de grondvesten van gebouwen en muren.
In Mattheüs 21:33-42 vergelijkt de Heer Jezus Israël met onrechtvaardige pachters van de wijngaard.
Ten laatste zond de heer van de wijngaard zijn zoon en die hebben zij gedood (Mattheüs 21:37-39).
De Heer Jezus wijst de joden dan op Psalm 118:22-23 waarin staat, dat de steen die afgekeurd werd tot een hoeksteen is geworden. Zo is het ook gegaan.
De Heer Jezus is door Israël verworpen als hun Messias. Voor hen is Hij een steen des aanstoots geworden.
Zij hebben zich aan Hem geërgerd en het uitgeroepen: “Kruisig Hem”.
Voor ons die geloven in Hem, is Hij dierbaar.
Hij is de Hoeksteen waarop het ganse gebouw Gods rust.
In Hem wast het gebouw op tot een heilige tempel (Efeze 2:20-21).
“Dit is van den HEERE geschied, en het is wonderlijk in onze ogen” (Psalm 118:23).
Het is ook een groot wonder van Gods wijsheid, Gods liefde, Gods rechtvaardigheid.
De mens wierp Jezus, de Christus, uit en hing Hem aan het kruis, want voor Hem was geen plaats op deze aarde.
Juist toen is het oordeel Gods dat wij verdiend hadden, op Hem aangelopen.
Hij overwon dood en hel en is nu de Hoeksteen van Gods Huis, of, zoals Gods woord het anders uitdrukt: “Er is EEN Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus, Die Zichzelven gegeven heeft tot een rantsoen voor allen” (1 Timotheüs 2:5-6). Wie op Hem zijn geloof bouwt, komt niet beschaamd uit. In en door Hem kan God ons rechtvaardigen en ons Zijn liefde schenken.
“U dan, die gelooft, is Hij dierbaar” (1 Petrus 2:7).
Lezen: 1 Petrus 2:4-8