Selecteer een pagina

Job 35:7-8: “Indien gij rechtvaardig zijt, wat geeft gij Hem, of wat ontvangt Hij uit uw hand? Uw goddeloosheid zou zijn tegen een man, gelijk gij zijt, en uw gerechtigheid voor eens mensen kind”.
De gerechtigheid van een mens kan dus nimmer hoger waarde hebben dan die van mens tot medemens.
Zij kan nimmer voor God iets betekenen. Zowel goddeloosheid als gerechtigheid raken slechts een medemens.
Daarom zegt Psalm 49:8-9: “Niemand van hen zal zijn broeder immermeer kunnen verlossen; hij zal Gode zijn rantsoen niet kunnen geven; (Want de verlossing hunner ziel is te kostelijk, en zal in eeuwigheid ophouden)”.
Gods oordeel over de mens is dan ook: “niemand is rechtvaardig, ook niet één” (Romeinen 3:10).
De mens heeft een andere gerechtigheid nodig om voor God te kunnen staan.
“Gerechtigheid en gericht zijn de vastigheid van Gods troon”, zegt Psalm 89:15.
Wij zullen dus gerechtigheid MOETEN bezitten om met een heilig en rechtvaardig God in contact te kunnen komen.
Gods onnaspeurlijke liefde gaf de oplossing voor dit probleem. Jezus Christus, Gods Rechtvaardige is de oplossing.
“Rechtvaardigheid Gods is geopenbaard door het geloof VAN Jezus Christus” (Romeinen 3:22).
Jezus Christus, de Rechtvaardige, heeft volkomen aan het recht Gods voldaan. Zijn leven, Zijn lijden, Zijn sterven en Zijn opstanding waren één openbaring van Gods rechtvaardigheid. “Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in HEM.” (2 Korinthe 5:21).
Wij die in Christus geloven, zijn bekleed met ZIJN gerechtigheid. Nu staan wij in Hem rechtvaardig voor een heilig God.
“Het is uit God, dat wij in Christus Jezus zijn, Die ons geworden is wijsheid van GOD: RECHTVAARDIGHEID, en heiligmaking en verlossing” (1 Korinthe 1:30). Jezus Christus is onze rechtvaardigheid.
Welk een onuitsprekelijk genade Gods, die ons zulk een Heiland en Verlosser schonk.

Lezen: Job 35:5-8