Selecteer een pagina

“Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven”, sprak de Heer Jezus tot de schare die Hem volgde (Johannes 6:27). Zij hadden de dag tevoren gezien, hoe Hij met vijf broden en twee vissen een menigte van ongeveer 5000 mensen verzadigde en hoe er nog twaalf volle korven brood overbleven (Johannes 6:1-14). “Ik ben dat levende Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven” (Johannes 6:51).

“Werkt niet om de spijs die vergaat”. Is dit eigenlijk geen onmogelijke zaak om van de mens te verlangen? Ieder mens werkt om den brode. Zoveel mogelijk verdienen om een zo rijk mogelijke boterham. De gehele samenleving is hierop gebaseerd. Het is het levensdoel van de mens. Het goed hebben op deze aarde om naar hartelust te kunnen genieten van al wat de wereld biedt. “Hun binnenste gedachte is, dat hunne huizen zullen zijn in eeuwigheid”, zei de psalmist reeds (Psalm 49:12). Men wil “Gode nog wel het Zijne geven”, godsdienstig zijn en goede werken doen, doch, en dit is HET belangrijkste, eerst een goede boterham. Daarvoor wordt gewerkt en gezwoegd. “Werkt NIET om de spijs die vergaat”. Met deze woorden ontneemt de Heer aan heel dat streven van de mens zijn belangrijkheid.

“Ik ben het levende brood” en met deze uitspraak van de Heer verliest de godsdienst met al zijn vroomheid en goede werken zijn nut en wordt geheel waardeloos. DIT is het werk Gods en dit is alleen belangrijk: “GELOVEN in Hem, Die Hij gezonden heeft: Jezus Christus, Gods Zoon” (Johannes 6:29). HIJ is HET Brood, het Brood des levens. Buiten Hem is heel ons leven en streven nutteloos. Met en in Hem heeft het eeuwigheidswaarde. Hem geloven, Hem eten en drinken, Hem tot levensdoel maken, zet AL het andere in ons leven op de laatste plaats. “Deze rede is hard, wie kan dezelve horen?”, was het antwoord van de mens (Johannes 6:20). Zij is ook hard, want het gaat ten koste van onszelf, als HIJ de Eerste wordt in ons leven. Jezus Christus is het levende Brood. Wie dit Brood eet, zal in eeuwigheid leven.

Lezen: Johannes 6:26-29, 47-51