“Het volk, dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; degenen, die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal een licht schijnen” (Jesaja 9:1).
In Jesaja 9:5 en 6 ziet de profeet vooruit op het Kind dat geboren is, de Zoon Die gegeven is. Groot zal Zijn heerschappij zijn en eindeloos de vrede. Deze profetie is nog niet in vervulling gegaan. Jezus Christus, Davids Zoon, is op deze aarde gekomen als de LIJDENDE Knecht des HEEREN.
De profetie uit Jesaja 53:5: “Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden”, is letterlijk in vervulling gegaan. Deze profetie moest eerst vervuld zijn, opdat het mogelijk zou kunnen worden, dat eens Christus’ heerschappij over Israël groot zou zijn en Zijn vrede eindeloos.
Israël verwierp Hem, verachte deze Man van smarten (Jesaja 53:3). Nog wonen zij dientengevolge in een “land van diepe duisternis”.
Eens echter, op Gods tijd, zal Gods Geest over hen uitgestort worden en zullen zij Hem zien Die zij doorstoken hebben (Zacharia 12:10). Dan zullen zij rouwklagen, omdat ze zo ongelovig geweest zijn.
Nu heeft God hen zolang terzijde gezet en is Hij bezig Zich een volk uit de heidenen te vergaderen voor Zijn Naam (Handelingen 15:14).
Wij, die in Christus kinderen Gods zijn, woonden ook eens in een land van diepe duisternis. Wij hebben HET Licht gezien, Jezus Christus onze Verlosser. In Zijn licht zagen wij onze hopeloos verloren toestand. Wij hebben ons gelovig aan Hem toevertrouwd en mogen nu voor altijd als Gods kinderen wandelen in Zijn licht. “Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts”, vermaant Gods Geest ons in Efeze 5:8.
Welk een wonderbare zaligheid en welk een hoge roeping. Wandelen als kinderen des lichts. Het is het nieuwe leven, dat God ons door Zijn Geest gaf, door geloof leven.
“Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben” (Johannes 8:12). “Het Licht des Levens”, Jezus Christus, onze dierbare Heiland en Heer!
Lezen: Jesaja 9:1-6