Selecteer een pagina

“En bedroeft den Heiligen Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld zijt tot den dag der verlossing” (Efeze 4:30). In 1 Thessalonicensen 5:19 vermaant het Woord ons: “Blust de Geest niet uit”. Toen wij gelovig werden, heeft God ons Zijn Geest gegeven. Gods Geest heeft het geloof in ons gewekt en heeft ons doen herboren worden tot nieuwe mensen. God heeft zelfs Zijn liefde in ons hart uitgestort door de Heilige Geest (Romeinen 5:5). De bedoeling van onze God en Vader met ons is, dat wij nu ook door de Geest zullen gaan wandelen, zodat wij niet meer aan het begeren van ons vlees voldoen (Galaten 5:16-17). Door de Geest wandelen is: “Christus onze Heer tot ons levensdoel maken”.

De Heiland heeft gezegd, dat Gods Geest HEM zou verheerlijken, “want Hij zal het uit het MIJNE nemen en het u verkondigen” (Johannes 16:14). Gods Geest Die in ons woont, zal ons steeds Jezus Christus voor ogen stellen. Hij wil ons leren onze Heer waardig te wandelen. “HEM in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen in de rechte kennis van God” (Kolossensen 1:10 NBG). Als wij ons zo volkomen aan onze Heer toevertrouwen willen en Hem de eerste plaats in ons leven willen geven, zal Gods Geest Hem in ons verheerlijken. Hij zal ons Hem doen zien in Zijn schoonheid en grootheid. Hij zal ons oog verlichten, opdat wij Gods Woord recht zullen verstaan en kunnen weten – en aan de hand van het Woord kunnen toetsen – wat de Heer welbehagelijk is (Efeze 5:10).

Zulk een leven is leven door de Geest, het is door geloof Gods Geest toestaan het nieuwe leven in ons te leven. Dit gaat ten koste van ons eigen ik. We wandelen dan niet meer naar het begeren van het vlees, doende onze eigen wil, doch laten het Woord van Christus rijkelijk in ons wonen en doen alles in Zijn Naam, dankende God de Vader door Hem (Kolossensen 3:16-17). We kunnen ook de Geest bedroeven door zelf het heft geheel of voor een deel in handen te houden. We kunnen ons leven geheel naar eigen wens leven, misschien wel onder vrome voorwendsels en zo Gods Geest doven. Dan missen we de vrede en blijdschap van de vertrouwelijk omgang met onze Heer.

Lezen: Kolossensen 3:15-17