Psalm 31:15-16a: “Maar ik vertrouw op U, o HEERE! Ik zeg: Gij zijt mijn God. Mijn tijden zijn in Uw hand…”.
Welk een geloofsvertrouwen spreekt uit deze woorden.
Deze psalm is in de eerste plaats Messiaans.
Onze Heer en Heiland heeft in volmaakt geloofsvertrouwen op deze aarde geleefd. Hij kon in volkomenheid zeggen: “Op U, o HEERE betrouw ik” (Psalm 31:2). In en door Hem zijn wij Gods geliefde kinderen geworden. Het geloof, de gerechtigheid, ja alles wat van Christus is, wordt ons toegerekend.
Het zijn zegeningen, die wij in en door Christus Jezus bezitten. In Hem zijn wij heilig en onberispelijk voor God, in Hem zijn wij begenadigd (Efeze 1:4-6).
In Hem zijn wij zo onmetelijk rijk geworden. Nu is het Gods bedoeling, dat wij vanuit deze rijkdom zullen leven.
Daartoe heeft Hij het nieuwe leven door Zijn Geest in ons gelegd. Dit leven kunnen wij slechts door geloof leven. Als wij door geloof leven, smaken wij de innige gemeenschap met God, onze hemelse Vader en met Christus onze Heer en Meester.
Dan zingt het ook in ons hart: “Op U vertrouw ik, mijn tijden zijn in Uw hand”.
Welk een zekerheid, welk een rust in deze donkere wereld vol moeite en verdriet, vol gevaar.
Mijn tijden zijn in UW hand. Wij kunnen rustig en stil onze weg gaan.
“Alles heeft een bestemden tijd, en alle voornemen onder den hemel heeft zijn tijd. Er is een tijd om geboren te worden, en een tijd om te sterven; een tijd om te planten, en een tijd om het geplante uit te roeien”, zegt de Prediker (Prediker 3:1-2).
Echter al wat God doet, dat zal in der eeuwigheid zijn (Prediker 3:14).
Wij zijn voor eeuwig omsloten door Zijn liefde. Hij is onze liefdevolle Vader, Die ons leidt aan Zijn hand, Die ons in Christus alles heeft gegeven wat wij nodig hebben voor tijd en eeuwigheid.
Hem te geloven, Hem al ons vertrouwen te geven! Dan is het waar voor ons: “Mijn tijden zijn in Uw hand”. Hij is de eeuwige God, de Heer van leven en dood. Hij heeft onze weg bepaald en op Zijn tijd haalt Hij ons Thuis.
Lezen: Prediker 3:1-2, 14-15