De natuurlijke mens heeft geen belangstelling voor het wezen van Gods liefde, omdat deze liefde is gegrond op gerechtigheid.
Zodra de mens zijn hoofd buigt voor Gods liefde en Zijn liefde aanvaardt, houdt dat in, dat hij erkent een zondaar te zijn, die gebonden ligt in de macht van satan en dood en dat hij Jezus Christus nodig heeft als Verlosser en Zaligmaker. Hij gelooft dan het getuigenis van God aangaande Zijn Zoon.
Gods Geest wil de mens overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel (Johannes 16:8).
Als de mens zich laat overtuigen, zal hij Gods grote liefde in Christus zien. Zijn liefde die hem de eeuwige zaligheid in Christus aanbiedt uit louter genade. Gelovend in Christus mag hij zich verlustigen in die Goddelijke liefde.
Hoe meer wij, die kinderen Gods zijn, onze Heer en Heiland leren kennen, hoe meer onze harten vervuld worden met dank en aanbidding voor deze onpeilbare Goddelijke liefde. God heeft door Zijn Heilige Geest Zijn liefde in ons hart uitgestort (Romeinen 5:5).
Het is deze liefde die ons naar Christus toe doet groeien, als wij ons aan de waarheid, dat is Gods Woord houden (Efeze 4:15), als wij niet meer voor onszelf leven, doch Christus ons leven is.
De wereld verstaat niets van deze liefde. Zij ziet ze niet eens. Ook vele gelovigen, die het leven door geloof in en door Christus niet verstaan, zien het niet en missen de blijdschap en vrede van Zijn liefde. “Blijft in deze Mijn liefde”, zei de Heer tot de Zijnen (Johannes 15:9).
Wij in Zijn liefde en Zijn liefde in ons!
Dan smaken we dat wonderbare leven, dat met Christus is verborgen in God (Kolossensen 3:3). Al ziet onze omgeving het niet, wij weten dat leven in en door onze Heer is tot eer van God, de Vader, en alleen dat is belangrijk.
Lezen: Johannes 14:15-21