Selecteer een pagina

“Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het der ijdelheid onderworpen heeft; want wij weten, dat het ganse schepsel te zamen zucht, en te zamen als in barensnood is tot nu toe” (Romeinen 8:20,22). God zeide tot Adam: “Zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt; en met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens. Ook zal het u doornen en distelen voortbrengen” (Genesis 3:17-18).

De prediker drukt zich aldus uit: “Alles is ijdelheid! Welk voordeel heeft de mens van al zijn arbeid (zwoegen), dien hij arbeidt onder de zon?” Wijzende op de altijd terugkerende kringloop der dingen, zegt hij: “Al deze dingen worden zo moede” Prediker 1:8. De NBG-vertaling zegt: “alle dingen zijn onuitsprekelijk vermoeiend”. “Het is alles ijdelheid en najagen van wind”, is de steeds wederkerende conclusie in Prediker 2. De schepping in AL haar delen is aan de ijdelheid onderworpen.
“Wat man leeft er, die den dood niet zien zal, die zijn ziel zal bevrijden van het geweld des grafs? Sela” (Psalmen 89:49). De mens ligt gebonden in de greep van zonde en dood en als gevolg daarvan is zijn bestaan zonder vrucht en ijdel. Nog eenmaal zal deze schepping bevrijd worden van deze doem der ijdelheid.

“Want er zal een Rijsje voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isaï, en een Scheut uit zijn wortelen zal Vrucht voortbrengen”, profeteert Jesaja van de Messias (Jesaja 11:1). Als Jezus Christus zal wederkomen in heerlijkheid en Zijn heerschappij over deze aarde zal aanvaard hebben, zullen de woestijn en de dorre plaatsen vrolijk zijn en de wildernis zal zich verheugen, en zal bloeien als een roos (Jesaja 35:1). De bomen zullen elke maand vruchtdragen (Ezechiël 47:12). Dan zal het werk (de vrucht) der gerechtigheid vrede zijn en de werking der gerechtigheid gerustheid en zekerheid (veiligheid) tot in eeuwigheid (Jesaja 32:17). Het is de gerechtigheid van Jezus Christus, Die nu, met heerlijkheid en eer gekroond, zit aan Gods rechterhand. Eens zal Hij zitten op de troon van David (Ezechiël 37:24-28) en vanuit Jeruzalem de aarde regeren (Jesaja 2:2-4), met als vrucht vrede, rust en veiligheid.

Lezen: Jesaja 32:15-19