Selecteer een pagina

God heeft op machtige wijze Israël verlost uit de slavernij van Egypte. Hij heeft hen met een sterke hand uit Egypte geleid, zegt Exodus 13 enige malen. Het was een wonderbare nacht, een nacht van waken was het voor de Heer om hen uit het land Egypte te leiden (Exodus 12:42). Hoe heeft Hij alles met Goddelijke wijsheid volbracht! Hoe kostbaar is in Zijn oog het bloed van het Paaslam, waarvan het paaslam in Egypte een beeld was.

Het eerste wat Hij dan ook aan Zijn volk opdroeg, was om elk jaar het paasfeest te vieren, want het was een Pascha voor de Here (Exodus 12:11). Te Zijner ere moest deze nacht gevierd worden. Het ziet alles op Christus, onze Heiland.

Juist op de dag af gingen al de legerscharen des Heren uit het land van Egypte, lezen we in Exodus 12:41. In de volheid des tijds, juist op de dag af, zond God Zijn Zoon (Galaten 4:4). God heeft in Zijn Zoon het werk der verlossing volbracht. Het bloed (dit is: het Leven) van Zijn Zoon, ons opgestane Paaslam, is zeer kostbaar (1 Petrus 1:19).

Dit Leven wordt ons in het avondmaal aangereikt als het bloed van het nieuwe verbond tezamen met het ongezuurde brood. Het brood is het Lichaam van Christus, dat zonder zonde is (1 Korinthe 5:8).
God heeft ons gegeven om bij brood en beker de dood (afwezigheid) van onze Heer te gedenken. “Want zo dikwijls als gij dit brood zult eten, en deze drinkbeker zult drinken zo verkondigt de dood des Heeren, totdat Hij komt” (1 Korinthe 11:26). Hij is gestorven en opgestaan. Hij leeft nu als onze Hogepriester voor Gods aangezicht. Steeds weer opnieuw gedenken wij de wonderbare verlossing door Zijn bloed! (Hebreeën 9:12). Dit herdenken is niet een voortzetting van het joodse paasfeest. Dit was slechts een schaduw der toekomende dingen, maar het Lichaam is van Christus (Kolossensen 2:17).

Lezen: 1 Korinthe 11:23-26